Kirchenmusik

Opwekking: meer dan liederen alleen

Leeuwarden – De liedbundel Opwekking, het psalmenboek van evangelisch Nederland, staat ter discussie. Hij zou tekstueel te eenzijdig en te ik-gericht zijn, en bovendien theologisch rammelen. Vandaag hymnoloog dr. Jan Smelik over de liedbundel.

Jan Smelik
Liederen en discussies daarover zeggen veel over het geloof van een religieuze gemeenschap en de wijze waarop dat beleefd, geuit wordt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de discussie over de bundel Opwekkingsliederen, die in de evangelische wereld woedt, maar die ook al jaren gevoerd wordt tussen kerkmusici en voorstanders van het opwekkingslied.
Daarin spelen niet alleen liedteksten een rol, maar zeker ook de muziek. Begrijpelijk, want muzikale aspecten van liederen staan nooit los van allerlei niet-muzikale voorkeuren en ideeën. Daarbij is het bovendien van essentieel belang zich te realiseren dat er in hoge mate een wisselwerking bestaat tussen het lied en de liturgie. Een ander liturgietype veronderstelt een ander liedtype en vice versa. Aan de hand van het evangelicale lied is een en ander te verduidelijken.
Een karakteristiek van de evangelische theologie en vroomheid, die medebepalend is voor lied en liturgie, is het grote belang dat gehecht wordt aan een persoonlijk en doorleefd geloof, waarin het element van de (persoonlijke) ervaring dominant aanwezig is. Dat dit accent volgens sommigen eenvoudig tot ontsporingen kan leiden, blijkt uit de kritiek dat de opwekkingsmuziek te mensgericht is. In elk geval vertaalt het genoemde accent zich in een uitgesproken voorkeur voor liederen die naar tekst en muziek primair appelleren aan de emotionele vermogens van de mens.
Meermalen is dit onder woorden gebracht met de (overigens zeer aanvechtbare) opmerking dat kerkliederen vooral het hoofd en opwekkingsliederen het hart zouden aanspreken. Een opwekkingslied moet direct emotioneel aanspreken en dat stelt eisen aan de tekst en vooral ook aan de muziek. Beide moeten bijvoorbeeld volledig passen binnen het verwachtingspatroon van de zanger en niet te ingewikkeld zijn, waardoor het verstand het gevoel te veel voor de voeten zou lopen. Op die simplistische voorspelbaarheid en het clichématig (en niet zelden: banaal) gebruik van stijlmiddelen hoort men vanuit de kerkmuzikale wereld dikwijls kritiek.

Missionair besef

Een ander kenmerk van de evangelische beweging is de opmerkelijk grote aandacht voor het missionaire werk. Mede vanuit dit sterk missionaire besef wordt gekozen voor muziek die zo nauw mogelijk aansluit bij de eigentijdse en alledaagse muziekcultuur van niet-gelovigen (lees: lichte muziekgenres).
Nu zijn er binnen het protestantisme ook stromingen waar andere accenten vormbepalend zijn voor de liturgie en de liturgische muziek. Bijvoorbeeld de notie dat de nietige mens in de eredienst treedt voor het aangezicht van de verheven Schepper, waarbij te grote alledaagsheid (laat staan banaliteit) in taal, toon en gebaar ongewenst wordt beschouwd, en waarbij belang gehecht wordt aan esthetische kwaliteit, omdat scheppingsgaven in dienst van de Schepper ontplooid worden. De vraag of het de mensen meteen aanspreekt en emotioneel raakt, is daarbij van belang maar niet toonaangevend.
Een ander voorbeeld. De gedachte dat het evangelie elke cultuur, dus ook de hedendaagse, onder het oordeel legt, dat het evangelie in zekere zin „tegencultuurlijk“ is en zich kritisch-confronterend stelt tegenover elke cultuur, kan resulteren in een andersoortige liturgie met (dus) andersoortige liederen. Het kan leiden tot een kritische bejegening van opwekkingsmuziek, juist omdat zij de religieuze variant is van de seculiere (lichte) muziek van alledag.
En dan hebben we het nog niet over muziekinhoudelijke vraagstukken, zoals de vraag in hoeverre veel opwekkingsliederen – vooral in ritmisch opzicht – überhaupt wel correct en overtuigend door een gemeente gezongen kunnen worden. Gemeentezang is iets anders dan meezingen met een muziekband.
Ook op de inhoud van het opwekkingslied is vaak kritiek. Die komt niet alleen van buiten de evangelische wereld, maar vanaf begin jaren ’90 ook van binnenuit. Wiesje Hoekendijk, een van de initiatiefnemers en samenstellers van de bundel uit de eerste jaren, merkte in 1992 op dat in de bundel nauwelijks gezongen wordt over het bloed van het Lam, maar dat de lofprijzing en de blijdschap van de Heilige Geest de boventoon voeren. Sindsdien hebben onder anderen Kees van Setten, Brian Doerksen, Graham Kendrick, Henk Bakker en recentelijk Jeroen Bol kritiek geleverd op de inhoudelijke eenzijdigheid van het opwekkingsliedrepertoire.
Inderdaad is de opwekkingsbundel exponent van een theologia gloriae, een theologie dus die in het hier en nu zo sterk vooruitgrijpt op Christus’ overwinning dat het kruis van Christus en de verborgenheid van de eindzege [de schepping lijdt nog – Romeinen 8] uit beeld verdwijnen.
Dat dit in de opwekkingsbundel het geval is, kan statistisch aangetoond worden. Ik heb de eerste 570 liederen uit de bundel op dit punt eens onderzocht en kwam tot de conclusie dat het aandeel liederen waarin het lijden en sterven van Christus ter sprake komt 8 procent bedraagt, dus nog geen 50 van de 570 liederen. Daarentegen is het percentage overwinningsliederen 65 procent van het totaal. Verder is er nog een groep liederen die vooral handelen over levensvernieuwing door de Geest en overgave aan God (ca. 15 procent).
Deze versmalling sluit naadloos aan bij de wijze waarop in Opwekkingsliederen met de psalmen wordt omgegaan: er worden alleen psalmgedeelten gebruikt waarin sprake is van aanbidding en lofprijzing. Psalmpassages over de donkere aspecten van het geloofsleven (twijfel, zondebesef, bedreiging etc.) zijn stelselmatig geschrapt.
Dat het boek der psalmen selectief gebruikt wordt en dat dit ook een inhoudelijk-thematische verschraling behelst, heeft het bijbelboek gemeen met verreweg de meeste liedbundels. Liedbundels kunnen nog zo evenwichtig samengesteld zijn, doorgaans blijken gebruikers ervan eenzijdig te selecteren, waardoor er alsnog thematische eenzijdigheden kunnen optreden.

Zegen

Desondanks heeft het zin aan de bel te trekken wanneer men gebreken constateert in een bundel. Maar het ziet ernaar uit dat binnen de evangelische wereld de kritiek niet alom onderschreven wordt. Tenminste, directeur Joop Gankema van stichting Opwekking, die de bundel uitgeeft, stelt in het Nederlands Dagblad (8 januari) dat de kritiek op Opwekkingsliederen niet opweegt tegen de zegen die de bundel velen gebracht heeft.
Bovendien zou het schrappen van liederen bemoeilijkt worden doordat dan onherroepelijk liederen sneuvelen waardoor anderen nu juist een bijzondere ervaring met God hebben gehad. Half Nederland valt dan over ons heen, volgens Gankema.
De conclusie moet wellicht zijn dat de kritiek van mensgerichtheid niet alleen de bundel, maar ook het beleid van de stichting treft. In elk geval wegen voor de stichting andere (ook theologisch-gerelateerde) argumenten kennelijk zwaarder.
Dr. Jan Smelik is hymnoloog en was een van de redacteuren/auteurs van o.a.Het kerklied. Een geschiedenis (2001). Zijn website: www.smelik.net
© Friesch Dagblad

About the author

ES

Leave a Comment

Diese Website verwendet Akismet, um Spam zu reduzieren. Erfahre mehr darüber, wie deine Kommentardaten verarbeitet werden.